Na de lange vliegreis zijn we aangekomen in Santa Cruz. Wat ons meteen opviel, was de mooie zonsopkomst. Dit waren alle kleuren bij elkaar en samen met de groene natuur was het een mooi plaatje. Toen we naar buiten liepen, stond de buschauffeur voor ons klaar met zijn Boliviaanse tour bus. Bij de eerste stap buiten het vliegveld, voelden we meteen de benauwende hitte. De bus heeft geen airco en met de stoffige stoelen van minimaal dertig jaar oud, ervaar je eigenlijk geen luxe en stiekem hoop je daar wel een beetje op.
We hielden er allemaal rekening mee dat het nog wel een pittige reis kon worden. De bus was groot genoeg dat iedereen een eigen plekje bij het raam zocht. Even alleen zitten was op dat moment wel fijn. Nog even de ramen wagenwijd open en we waren klaar voor vertrek. We zagen het landschap langzaam veranderen en op een gegeven moment zaten we echt in de jungle. Overal groen, veel rivieren en op de achtergrond de mooie bergen.
Behalve het landschap, veranderde ook de kant van de weg. Veel kraampjes waar zelfs kinderen wat te eten stonden te verkopen. Iets wat je bij ons in Nederland niet snel zou zien. Hierbij kregen we toch een beetje een soort schuldgevoel, dat zij dit werk moeten doen voor hun inkomen, want als ze niets doen, hebben ze ook echt niets. Vaak doen ze ook meerdere dingen voor de kost. Dus niet alleen een kraampje voor je huis, maar bijvoorbeeld ook een stukje land bijhouden. Ze hebben hier hele andere huizen naast de weg staan, grote huizen van steen maar ook huizen van hout, golfplaten of bladeren. Ze leken in ieder geval niet op de huizen in Nederland. Heel simpel, eenvoudig en eigenlijk een beetje een bij elkaar geraapt zooitje.
Een van de meest opvallende dingen was toch wel het motor rijden in Bolivia. Met een heel gezin op een scooter is hier eerder regel dan uitzondering. We waren al helemaal in shock toen we een baby van nog geen jaar ook mee zagen rijden op de motor en toen we een kindje van zo’n tien jaar de motor zagen besturen. Dit zou bij ons in Nederland nooit voorkomen, omdat het te gevaarlijk is. Het verkeer is ook zeker een grote chaos. Hier hebben ze nooit gehoord van rechts gaat voor, niet rechts inhalen, alleen toeteren in noodgevallen. Onderweg hebben we ook te maken gehad met wat ongewone gebeurtenissen. Er was iemand van zijn motor gevallen, waarna er tientallen mensen om de man heen gingen staan. De ambulance reed daarna gewoon door de mensenmassa heen. Ook onze chauffeur reed er rakelings langs en het wordt allemaal maar gewoon geaccepteerd. Een stuk verderop was er ook een staking van vrachtauto’s. De vrachtwagen chauffeurs blokkeerden de weg om meer loon te eisen en dus veroorzaken ze een file. Marco vertelde dat dit vaker voorkomt. Gelukkig duurde deze minifile maar vijf minuutjes.
Een stukje verder stond de bus ineens stil… Er zat een meneer met een gespannen touw langs de weg. Het touw wordt gespannen voor de bus of auto, zodat je dan niet verder kunt rijden. Zo kunnen ze regelen wie er moet stoppen en wie niet. Plots kwam in de bus zomaar een politieagent binnengelopen. We hadden snel de muziek uitgezet en Marco vertelde dat ze kwamen controleren of we drugs vervoerden, omdat in het hele land een groot drugsprobleem is. Gelukkig was alles in orde en konden we snel weer verder.
Ook hadden we tijdens de reis natuurlijk een plaspauze, maar een plaspauze in Bolivia is toch wel iets anders dan in Nederland. We gingen in twee groepen zodat we minder opvielen, maar toch werden we enorm nagekeken door de Bolivianen. Dit bracht een raar gevoel bij ons naar boven, want even naar het toilet gaan is toch niet zo bijzonder? Toch bleek dit anders te zijn.
Een ervaring zijn we al rijker na vandaag! Wat een bijzondere reisdag! Het besef dat we nu echt in Zuid-Amerika zitten, is er zeker.