Maandagochtend moesten we vroeg opstaan, omdat we een reis van zes uur voor de boeg hadden. We zagen hier met z’n allen een beetje tegen op, omdat we deze zes uur gingen doorbrengen in twee erg kleine busjes. Dit viel uiteindelijk heel erg mee. Het uitzicht was super mooi. We zagen diepe afgronden, erg mooie bergtoppen, verschillende wilde dieren en af en toe een huisje. De tijd ging erg snel, ondanks de slechte bobbelige wegen. Onderweg kwamen we een paar kinderen tegen, aan wie we bananen uitdeelden. De kinderen waren erg afstandelijk en liepen door, maar toen ze de bananen zagen, liepen ze al snel terug.

We kwamen steeds meer in de bewoonde wereld: boeren die hun land aan het ploegen waren met koeien, kinderen die terug kwamen van school en vrouwen die de was aan het doen waren. De mensen in de bergen leven erg anders dan de mensen in de stad. De huisjes in de stad zijn dicht bij elkaar geplaatst, terwijl de huizen in de bergen verder uit elkaar staan. Ook zijn de huizen in de bergen afgebouwd, in de stad is dit niet zo, omdat de bewoners meer geld moeten betalen voor bijvoorbeeld een dak op hun huis.

Na aangekomen te zijn in het internaat en onze spullen in de kamers te hebben gelegd, begonnen we met een potje voetbal. Veel kinderen waren net uit van school, hierdoor deden veel jongens mee met het voetballen en keken de meisjes toe. De Bolivianen waren super snel, ze sprongen overal tussendoor en kregen vaak de bal. Maar wij hadden een super goede keeper, namelijk Anna. Uiteindelijk wonnen de Bolivianen met 11-5.

Ondertussen waren Debbie en medewerkers van het internaat de spaghetti, waarvan we de saus de dag daarvoor hebben gemaakt, aan het opwarmen. Nadat we dus dik ingemaakt waren met voetbal, hadden we allemaal honger. Voordat we mochten eten, baden de kinderen. Als toetje deelden we stroopwafels uit. De kinderen vonden dit super lekker en kregen een tweede.

Na het eten gaven Julie, Nine en Fenna hun dans workshop op het liedje Wakka Wakka. Dit liep uit de hand tot een polonaise. Marco had ballonnen meegenomen, hier hebben we lang mee gespeeld. De kinderen vonden dit erg leuk, omdat ze zelden een extraatje krijgen in het internaat. Ook deelden we knuffels uit, tekende we met ze en basketbalden we nog even.

Omdat we erg moe waren van de busreis en het voetballen, gingen we vroeg naar bed. We sliepen samen met de kinderen op één kamer. Dit was een erg leuke ervaring. We maakten precies mee, hoe de kinderen daar elke nacht slapen. De kinderen sliepen met de knuffels die we die avond hadden uitgedeeld.

Om half 7 ging de wekker. Nadat we rustig wakker geworden waren, gingen we ontbijten. We aten een soort oliebol, wat ze daar elke ochtend eten. Het was super lekker en vulde erg goed.

Al snel na het ontbijt werden we erg leuk welkom geheten op de school. De leraren deden een woordje, twee leerlingen speelde een stukje muziek en we kregen aardappelen, die we aan het comador gaan geven. Het comador is een plek waar leerlingen tussen de middag kunnen eten.  Het was geweldig om zo hartelijk ontvangen te worden. Daarna gingen we naar een klaslokaal toe en kregen daar nog meer lekker eten, namelijk: een gevulde aardappel met groente.

Hierna was het tijd om terug de bussen in te gaan. We reden een andere route terug, omdat we dan lama’s tegen zouden komen. En inderdaad, we kwamen lama’s tegen. Ook de rest van de rit hadden we een geweldig uitzicht.