Vandaag begonnen we de dag met contact met thuis, aangezien het in Nederland lunchtijd was. Het was heel leuk en fijn om iedereen weer even te kunnen spreken en zien. Rond 08:00 uur zijn we gaan eten. Ons ontbijt bestond uit verse broodjes en stokbrood, yoghurtdrink en cornflakes. Hierna moesten we een stukje lopen door de stad om de taxi’s te kunnen aanhouden. We moesten met maar liefst 15 mensen in 3 taxi’s wat erg krap, maar toch knus was. De taxi’s waren niet in de beste staat. Je rook constant de benzine en de auto was gammel alsof het elk moment uit elkaar kon vallen. In Nederland zie je dit nooit en daarom was het voor ons extra bijzonder. Het oversteken was ook nog wel een dingetje, omdat je constant moest opletten dat je niet werd aangereden. Ze hechten hier namelijk niet veel waarde aan bijvoorbeeld een zebrapad.
Nadat we veilig waren aangekomen bij de middelbare school genaamd San Augustin, werden we hartelijk verwelkomd door één van de Engels leraren en de directeur. Ze hadden een hele leuke verrassing ons. We hebben namelijk in Nederland tijdens de Spaanse lessen een profiel gemaakt, waarin staat wie we zijn en wat onze hobby’s zijn etc. Deze hadden ze uitgeprint en opgehangen, dicht bij de ingang. Dit vonden we heel erg lief en zo wisten de leerlingen wie ze konden verwachten.
Toen werden we naar de collegezaal geleid. Daar zat een grote groep Engels studenten. Bente, Luna en Carmen hadden een presentatie voorbereid, maar wisten niet dat die vandaag was, aangezien we volgende week nog een keertje terug gaan. Dat werd dus improviseren. Het ging heel erg goed en de leerlingen waren geïnteresseerd, ondanks dat onze filmpje over hoe onze dag eruit ziet het niet deed. Hierna liepen we naar buiten en zagen we een heel groot verschil met Nederland. In San Augustin hebben ze drie grote sportvelden waarvan twee overdekt zijn waar de hele dag leerlingen sporten. Wij sporten amper tijdens de les of in de pauze, ondanks de gymles natuurlijk, maar wij sporten juist meer na school. De ene helft van de groep ging voetballen tegen een aantal studenten, de andere helft kreeg een rondleiding van Grace. Grace is een student die in het vierde jaar zit en advanced English classes volgt. Ze sprak super goed Engels, misschien zelfs beter dan sommige van ons. Doordat Grace de hele dag met ons meeging, hebben we veel meer zicht op het dagelijks leven van de mensen en dan vooral de jongeren uit Cochabamba.
Hierna gingen we op bezoek bij verschillende lessen zoals Engels, wiskunde, kunst en houtbewerking. Vanaf het moment dat we binnenkwamen kregen we al heel veel aandacht. We zien er natuurlijk heel anders uit dan hen waardoor we erg opvallen. Iedereen was heel erg vriendelijk en wilde graag een gesprek met ons beginnen. Ook zijn we een aantal keer met de studenten op de foto’s geweest. Het was heel erg interessant om meer te weten te komen over hun schoolleven en de verschillen en de overeenkomsten te zien. De verschillen zijn dat Boliviaanse studenten niet zelf hun vakkenpakket kunnen kiezen zoals bij ons. Ze beginnen om 08:00 ’s ochtends en ze nemen niet veel eten mee omdat de meeste mensen warme lunch kopen. Wat ons verder nog opviel was, dat het onderwijs heel erg goed was en de docenten heel duidelijk. We krijgen bijvoorbeeld bij wiskunde een moeilijke opdracht.
Na alle bezoekjes aan de klassen zijn we weer gaan voetballen. Heel veel leerlingen verzamelden zich om het voetbalveld heen waardoor het net een stadion leek. Vooral als Carmen een goal maakte, ging iedereen door het lint. De meisjes en de jongens voetballen namelijk meestal apart. Als ze dan een keer gemengde teams hebben, verwachten ze niet dat meisjes goede acties maken. De meisjes tijdens de voetbalwedstrijd waren dan ook de sterspelers. Na deze wedstrijd zijn we gaan lunchen in de kantine. Het leek voor ons heel even alsof we op een American High School waren. We kregen namelijk een dienblad waarmee we langs de koks moesten lopen en het voor ons werd opgeschept. We kregen spaghetti met een soort van roomsaus. Wat we zelf nog op mochten scheppen, waren groentes, bananen, koekjes en drinken. Na deze lekkere lunch, zijn we op bezoek geweest bij de Nederlandse school in Cochabamba, deze bevond zich in San Augustin. Dit was heel leuk om te zien, de boekjes die daar gelezen worden, hebben wij ook gelezen toen we klein waren. Wat ons verteld werd, is dat de leerlingen vanaf de kleuterklas al heel veel huiswerk krijgen, om hun Nederlands op peil te krijgen.
Om 14:00 zijn we gaan lopen richting Salomon Klein. Op de weg hier naar toe zijn we langs het Cochabamba-sign gelopen. Hier hebben we even een foto gemaakt en zijn verder gelopen. Naar Salomon Klein was nog best een stukje lopen, ongeveer 35 minuten. Bij Salomon Klein stond Remi Cuppers op ons te wachten. Remi zit in het raad van bestuur van het weeshuis en is Nederlands, maar woont al 41 jaar in Cochabamba.
Hij nam ons mee, door de centrale hal, naar de eetzaal. Hier heeft even wat verteld over het weeshuis. In het weeshuis zitten 154 kinderen, waarvan 26 baby’s onder de 1 jaar. Er is eigenlijk maar plek voor 100 kinderen en ze krijgen dus ook maar 9 Bolivianos, dit is net ietsjes meer dan 1 euro, per dag per kind, tot het maximum van 100 kinderen. Voor de andere 54 kinderen krijgen ze geen geld vanuit de overheid, dit geld krijgen ze voornamelijk van sponsoren.
Toen we tijdje in de eetzaal zaten, kwamen de kindjes van rond 4 jaar, van buiten naar binnen gelopen. Dit was een heel bijzonder moment voor ons, want de kinderen vlogen ons, zonder ons ooit gezien te hebben, om de hals. In het begin vonden we dit leuk, lief en schattig, maar toen we langer nadachten over het gedrag van deze kinderen, kwamen tot de conclusie dat het gedrag wat ze vertonen, niet normaal is. Deze kinderen hebben nooit iemand gehad waaraan ze zich hebben kunnen hechten, het gevoel van onvoorwaardelijk liefde hebben ze nooit gekend en zodra er dan mensen zijn die goed voor ze zijn, interesse in ze tonen en met ze spelen, maken ze gebruik van deze kans, in de hoop dat wij wel deze personen voor ze konden zijn.
De kindjes hadden om ons welkom te heten, dansjes en liedjes voor ons ingestudeerd. De ene dans was een traditionele dans uit La Paz, de andere dans kwam uit Potosi en heette Tinku. Toen de kindjes ongeveer 2 minuutjes aan het dansen waren, kwamen ze op ons af, pakten onze handen en moesten met ze meedoen. Deze dans duurde best wel lang, maar het was ontzettend leuk om zo met de kinderen te kunnen communiceren. Ook al is het praten met de kindjes voor ons een beetje lastig, konden we toch redelijk met ze praten en we begrepen wat ze zeiden. Na al hun liedjes, hebben we wat bekende Nederlandse kinderliedjes gezongen zoals; hoofd, schouder, knie en teen en in de maneschijn.
Na het dansen en het zingen, ging Remi ons rondleiden en moesten we afscheid nemen van de kindjes. Het afscheid van de kindjes was dubbel. Aan de ene kant is niet goed voor ze om lang te blijven, of vaak terug te komen, anders kunnen ze het gevoel krijgen dat ze in de steek gelaten worden en dat kan heel veel met deze kindjes doen. Aan de andere kant, klampen ze zich zo aan je vast, dat wanneer je ze neer wil zetten, ze niet loslaten. Wanneer dan is gelukt om ze op de grond te zetten en adios te zeggen, pakken ze je benen vast en kijken ze je met hun zielige oogjes aan. Toen we dan toch eenmaal de zaal uitliepen, gingen we naar het volgende indrukwekkende moment. Remi nam ons mee naar de baby’s, die op hun slaapzaal lagen. We keken naar ze door een raam en hoorden de verhalen die Remi vertelde over hoe deze kindjes hier belanden. De meeste kindjes worden door de politie bij Salomon Klein gebracht, ze worden achtergelaten in kerken, op vuilnisbelten of langs de weg. Toen we dit hoorde, schrokken we van het feit dat dit de werkelijkheid is.
Na de baby’s gezien te hebben, heeft Remi ons het hele terrein van Salomon Klein laten zien. Hij liet ons de ruimte zien waar alle kleding en speelgoed lag. Elke zaal heeft een eigen set kleren, kinderen hebben geen eigen kleding. Wanneer kleding gewassen is, krijgen de kinderen willekeurig kleren aan. Kinderen hebben dus niets voor zichzelf, ze delen alles.
Na dat we dit gezien hebben, was de rondleiding ten einde en liepen we naar de uitgang. We vonden het weeshuis allemaal heel indrukwekkend, het is mooi om te zien dat mensen zich zo inzetten voor deze kinderen, toch is moeilijk om alles voor elkaar te krijgen en daarom hebben we ook heel veel respect voor de mensen die dag in dag uit alles geven. We liepen we langs de buitenkant van het weeshuis, alle kleren zagen we aan de waslijnen hangen en dan ga je met pijn in je hart weg.
We liepen naar de taxi, waar we weer, net zoals in de ochtend, krap, maar knus zaten. Toen we in El Jardin aankwamen was het fijn om op adem te komen. Daarna hebben we gegeten, schrijven zo nog in ons boekje en praten nog even na. Morgen kunnen jullie meer lezen over onze avonturen tijdens de expeditie.
Hasta mañana!